De grote staatsman Johan Rudolph Thorbecke voltooide op 1 juli 1851 zijn Nederlandse Gemeentewet en schoof die onder de neus van de toenmalige koning Willem III. Of Zijne Majesteit even wilde tekenen. Daar had Zijne Majesteit helemaal geen zin in, want hij vond lokaal bestuur volstrekte onzin. Willem III was van mening dat er maar één persoon geschikt was om het land te besturen, namelijk hijzelf, en daar had hij die 1209 burgemeesters helemaal niet bij nodig. Zoveel burgemeesters? Jawel, want Thorbecke had zijn ambtenaren het hele land in 1209 gemeenten op laten delen. Elk dorp van meer dan 100 inwoners werd een eigen gemeente. Bij de eerste gemeenteraadsverkiezingen in 1853 kon je zodoende kiezen uit de bakker, de slager, je buurman of de glazenwasser, als je daar toevallig een fijne relatie mee had. Ja, het was een gezellige tijd.
Jammer genoeg valt er tegenwoordig minder te kiezen. Van Thorbeckes 1209 oorspronkelijke gemeenten zijn er inmiddels nog maar 342 over. Een slopend proces van gemeentelijke herindelingen heeft het huis van Thorbecke grotendeels afgebroken. Hoe vaak zal hij zich in zijn graf hebben omgedraaid?
Toen ik halverwege de jaren 80 op het idee kwam om naar alle Nederlandse gemeenten te fietsen, stond van het huis van Thorbecke in elk geval de gevel nog overeind. Ik kreeg van het Centraal Bureau voor de Statistiek een lijst van 741 bestaande gemeenten. Op volgorde van grootte stond Amsterdam bovenaan de lijst met 675.579 inwoners, de gemeente Katwoude onderaan met een populatie van slechts 246 burgers. Zo fietste ik op een koude Nieuwjaarsdag van 1985 mijn eerste gemeentetocht naar Amsterdam. Op 5 januari volgde de rit naar Rotterdam, op 12 januari naar Den Haag en op 13 januari gemeentetocht nummer 4 naar Utrecht. Die laatste was een makkie want Utrecht, daar woonde ik al. Mijn fiets stond naast mijn bed op mijn studentenkamer op de IBB. Ik hoefde alleen maar op- en meteen weer af te stappen, klaar! Het was zelfs niet nodig mijn fietskleren aan te trekken. Nul kilometer fietsen in je blote reet, dat is echt een bijzondere ervaring.
Na 38 jaren heb ik nu 456 van de 741 gemeentetochten gereden, in totaal 93.260 kilometer. Er zijn nog 285 gemeenten te gaan. Als optimistisch mens denk ik dat dat gaat lukken, al is dat niet helemaal zeker want je weet nooit wanneer Magere Hein op de koffie komt. Maar ik ga mijn best doen.
Mijn oorspronkelijke regel om elke gemeentetocht binnen 24 uur af te leggen heb ik inmiddels een beetje versoepeld. Ik mag er van mezelf ook iets langer over doen. De reden is dat ik een dagje ouder word en bovendien, de verste gemeenten zijn echt héél ver. Het noordoosten van Groningen is heen en terug bijna 500 kilometer, om over de Waddeneilanden niet te spreken. Mensen die menen dat Nederland een klein kikkerlandje is, moeten nodig eens gemeentetochten gaan fietsen. Nederland is een immens groot koninkrijk, waarin brede rivieren traag door oneindig laagland gaan.
Met kikkers, dat wel.
Peter Verhallen