In het kader van ride solo hebben meerdere leden mooie (lange) ritten alleen gereden. We willen als fietsclub Ledig erf deze ritten graag delen aangezien we trots zijn op deze (onze) bikkels!
Hieronder het verslag van de rit randje Gelderland gereden door Jair Hoogland op 13 juni 2020. Even wat feitjes op een rij: Afstand: 627,92 km, beweegtijd 21:48:07, hoogtemeters 770, gemiddelde snelheid: 28,8 km/u, maximale snelheid: 57,6 km/u, starttijd 05:24…..
Veel plezier met het lezen van deze epische rit
Deze stond al een tijdje op de planning. De vraag was alleen nog of ik alleen zou gaan of niet. Werd door meerdere mensen benaderd samen te rijden maar toch besloten dit randje solo te rijden. De grootste provincie dan toch. Voor andere zou ik eventueel wel open staan.
Om 3:30 ging de eerste wekker, vroegte, neiging tot snoozen en dat ook lekker gedaan want het regent. 4:30: zelfde verhaal. 5:00 ik kijk nog eens op buienradar en zie dat het bijna over is, dus opstaan en ervoor gaan, want wil zoveel mogelijk daglicht gebruiken. Uiteindelijk zit ik net voor half 6 op de fiets, veel later dan gepland maar ik ga ervoor.
Het is nét an droog, dat wil zeggen van boven maar de straten zijn nog nat dus de nattigheid komt van onder. Snel de stad uit en richting de Diefdijk waar het randje begint. Ik besluit met de klok mee te rijden zodat het eerste deel langs de Utrechtse provincie grens gaat. Denk dat het mentaal zwaarder is om op het laatste deel van de route bij Amersfoort aan te komen en nog 100+ km te moeten afleggen terwijl het bed lonkt.
De lekdijk is leeg en de zon komt op. Dat wil zeggen het wordt licht maar héél af en toe komt de zon ook echt door. Als dat gebeurt is het wel meteen een prachtig schouwspel.
Wanneer ik bij Rhenen kom is het volledig licht geworden en komt de zon zoetjes aan echt door. Fijn want zo kan de weg opdrogen.
Als gezegd het eerste stuk tot Bunschoten-Spakenburg is de provinciegrens met Utrecht, lijkt op randje Utrecht maar vanuit Gelders perspectief. Mooi maar wel bekend gebied, op één nieuw paadje bij de Glind na. Doordat het nieuw voor me is misschien wel het mooiste stukje van het eerste stukje route.
Voorbij Bunschoten-Spakenburg kom ik aan bij het Nuldernauw en Wolderwijd. Eerste stuk hiervan is prachtig over een dijk met water aan de ene kant, en een strookje natuur aan de andere kant. Strookje, want de A28 is steeds zichtbaar en even later rijd ik ook langs de snelweg. Suf stuk tot Harderwijk. Misschien ben ik te blij dat ik ik eindelijk in Harderwijk aan ben gekomen want bij het indraaien van Harderwijk glij ik in een gladde bocht onderuit. Achterwiel glijdt weg en voor ik kan reageren lig ik op de grond. Aardige klap! Schaafwonden, gaten in mijn hand en schram op mijn gezicht. Omstanders willen komen helpen maar kunnen niet echt wat doen. Ik neem te tijd om even tot rust te komen, maar voel nauwelijks pijn. Besluit dus om door te rijden naar een waterpunt in Harderwijk, mijn wonden te verzorgen en rustig na te denken over doorrijden of afstappen.
Op het punt waar het waterpunt zou moeten staan tref ik niets aan. Ik spreek een man op een bankje waar deze zou staan en hij heeft geen idee. De man heeft wel een ijszaak, en ik word gesommeerd hem te volgen en in de keuken van zijn zaak naar mijn wonden te laten kijken. Hij geeft me doekjes voor het bloeden en jodium. De ijszaak “t Boerinneke” https://www.ijsboerinneke.nl/ zelf is nog dicht dus zijn ijs heb ik nog niet geproefd maar ga er zeker naar terug. Z’n aardige vent, moet wel goed ijs zijn.
Na het schoonmaken voel ik nog steeds weinig pijn en besluit toch door te rijden, met de gedachte dat als het niet gaat ik alsnog rechtsomkeer ga maken. Zo rijd ik verder langs het Veluwemeer. De zon komt door, de weg is droog en het gaat eigenlijk heel goed. Ben meteen aan het genieten van de omgeving en denk eigenlijk al niet meer aan mijn valpartij. Dat doe ik eigenlijk alleen wanneer ik net voor Zwolle word ingehaald door een fietser die me vragend aankijkt. Maak een kort praatje, hij haalt me in maar komt nauwelijks uit mijn buurt en dus rijden we een klein stukje kop over kop naar Zwolle.
Na Zwolle volgt de route de IJssel richting Deventer. Links de IJssel en rechts in de verte de Veluwe. Vanaf Bunschoten is deze Nederlandse “bergketen” al zichtbaar, en ik realiseer me dat de provinciegrens er mooi omheen ligt. Het stuk Zwolle – Deventer heb ik al een aantal keer gefietst, maar blijf de IJssel toch wel een mooie rivier vinden. Ondertussen komt de zon verder door en dus stop ik bij een bankje waar ik prachtig over de IJssel kan kijken om me opnieuw in te smeren. Au dat prikt. Nog een moment waarop ik mijn val voel, maar verbranden lijkt me een slechter idee.
Al snel kom ik in Deventer. Verkeerde provincie maar de brug die hier ligt brengt me wel over de IJssel zodat ik aan de juiste kant van de rivier de provinciegrens weer kan oppakken. Tussen Deventer en Winterswijk wordt het minder bevolkt. De route komt nauwelijks nog door dorpjes en de plaatsnamen die op plaatsnaambordjes staan ken ik niet of nauwelijks: Harfsen, Gelselaar of Armhoede. Dit met een landschap dat bestaat uit boerderijen aan slingerpaadjes geven me het gevoel dat ik ver van huis ben. In Nederland, dat is wel duidelijk, maar in totaal onbekend gebied. Heerlijk gevoel!
In de buurt van Winterswijk ken ik het iets beter, gezien we daar eens op vakantie zijn geweest. Naast landerijen komt er iets meer bebossing. Ben diep in de Achterhoek en besef me weer eens hoe mooi dit stukje Nederland is. Dit is ook halverwege de route, dus ik besluit om hier ergens even te pauzeren. Ik neem de eerste de beste plek waar ze met taart adverteren. Het is een soort theetuin, op een prachtig erf ga ik zitten, rust even uit. Hier geniet ik van een stuk taart dat ergens tussen apfelstrudel en appelgebak in zit.
Zo kan ik er weer tegenaan en vervolg mijn route door de achterhoek. Alle lo’s komen langs: Groenlo, IJzerlo en Dinxperlo. Bij de laatste stop ik nog een extra keer om extra krentenbollen in te slaan, want ik raak door mijn voorraad heen en verwacht ’s avonds en ’s nachts moeilijk inkopen te kunnen doen. Ik ben net op tijd want de winkel gaat vlak na mijn bezoekje dicht.
De avond begint ook te vallen, wat fijn is. De temperatuur wordt een stuk aangenamer. Eigenlijk gewoon een prachtige avond. Wel hoop ik nog wat kilometers te kunnen maken voor het donker wordt.
Ik geraak in het Montferland en mag de Peeskesweg over. Het voelt buitenlands aan dit klimmetje, beetje Duits, maar dat zal er wel mee te maken hebben dat ik langs die grens fiets en die later ook over ga. In plaats van moeilijk gedoe met pontjes heb ik besloten de brug bij Emmerich te pakken. Geen druk om op tijd bij een pont te zijn vind ik fijn, en een beetje buiten de lijntjes kleuren ook. Dit zorgt ervoor dat ik een stuk door Duitsland ga. Eerst de brug bij Emmerich over om dan vanuit de “foute” kant langs de Rijn te trekken. Op de Rijndijk begint het te schemeren wat een prachtig beeld geeft.
Voor ik het weet kom ik in Millingen waar de route me weer land inwaarts stuurt. Ik stop om me klaar te maken voor het donker: lampjes op de fiets en wat extra kleding bij de hand. Bij de hand, want echt koud is het nog niet. Millingen aan de Rijn maakt deel uit van de gemeente Berg en Dal en in de laatste schemering trek ik hierdoor. Fantastisch! De mij bekende klimmetjes van het rijk van Nijmegen in de laatste stukjes daglicht van 13 juni. Wanneer ik in Groesbeek aan kom om af te dalen richting de Maas is het volledig donker. Ik vind het spannend om in het donker af te dalen, maar met een goede lamp valt het eigenlijk goed mee.
Beneden kom ik in Malden waar ik besluit nog een keer water bij te vullen. Het lijkt me moeilijk om op de Maasdijk aan water te komen, dus ik besluit de eerste kroeg waar leven is binnen te stappen en om water te vragen. Die vind ik snel: de Blokhut in Malden blijkt een kroeg waar veel locale jongeren op het terras zitten. Ze zien me aankomen en vragen wat ik in hemelsnaam op de racefiets doe op dit tijdstip. Ik vertel waar ik mee bezig ben en ze bieden me van alles aan. “Wil je een Mars? Nee? Bifi dan? Je zult wel honger hebben”. Ik zeg dat ik voldoende eten heb en leg uit dat ik met name een tekort aan water verwacht. Ze geven me naast volle bidons nog extra flesjes water mee. “Respect Man” “Cool Man” “Succes Man”. Een heerlijke oppepper dit bezoekje. Weet niet of ze er goede koffie hebben maar als ik eens in de buurt van Groesbeek aan het fietsen ben ga ik hier zeker langs.
Na deze oppepper beland ik op de Maasdijk. Deze volg ik de aankomende uren. Van Heumen tot Well. De dijk is stil, eenzaam, maar ook mooi en overzichtelijk in het donker. Ik merk dat de koek op begint te raken. Mentaal gaat het nog goed, geniet nog, maar ik merk dat ik vermoed ben en dat ik weinig kracht meer heb. Op mijn ligstuur liggen levert meteen kramp op en ik kan alleen nog maar met een lage cadans trappen. Nog lager dan ik gewoonlijk al doe. Ik besluit hier maling aan te hebben, ga zo comfortabel mogelijk zitten en probeer te genieten. Dat gaat met ups en hoe langer met steeds meer downs. Vooral omdat comfort steeds moeilijker is te vinden. In het donker lijken alle stukjes ook op elkaar, zeker omdat het z’n lang stuk Maasdijk is.
Wanneer de Maas afgedamde Maas wordt is er nog weinig verandering, maar als ik bij de Waal kom wel. Dan zie ik Gorinchem liggen, wat het gevoel geeft dat ik er bijna ben. Het zal nog twee uur fietsen zijn, maar de kleine verandering van het beeld geeft me weer moraal. Het tempo blijft wel achter, maar geef er niets om. In Gorinchem zelf hangt wat jeugd rond die net de kroeg uit gezet lijkt te zijn. Het zijn zo’n beetje de eerste mensen die ik weer zie na het opdraaien van de Maasdijk in Heumen. Ik groet ze maar allemaal en heb er maling aan dat ze raar opkijken en wat naar me roepen.
Tijd voor de laatste etappe. Lingedijk, Diefdijk en de laatste loodjes Lekdijk en door Nieuwegein. Eerste twee zijn fijn, het einde is in zicht, bij fort Everdingen is de cirkel rond en dat doet me goed. Maar dat het vanaf het fort nog 20 kilometer is vind ik dan weer jammer. Maar goed de laatste loodjes het zwaarst en dat heb ik maar te accepteren. Ik ben gesloopt maar voldaan, of andersom.