De voorpret is minstens zo belangrijk vind ik. Deze begon eigenlijk al op het einde van de vakantie toen ik met Francien vanuit Heerlen de BRM Ardennentrip reed. Via Ivan leerden we Laurens en Florine kennen en voor ik het wist zat ik in een appgroep die in de week voor de start ontplofte met veel gelul over fietsgear, kleding en eten. Naast deze appgroep zit er ook een hoop voorpret in het opbouwen van de fiets. Wat neem je mee en wat laat je thuis. Dozen Cliff Bars zijn nog aangerukt en nog wat laatste handigheidjes, zoals een voorspatbord. Opbouwen, testen, fiets aftapen met reflecterende tape, foto’s maken etc. Jammer dat de route al bepaald is want daar zou ik nog eens een hoop extra lol uit hebben geput. En dan wordt het vrijdag: op naar de bike-check bij de Proloog in Amerongen. Vanwege te slecht weer om te fietsen en om mijn benen te sparen met de trein naar Veenendaal en klein stukje op de fiets naar de Proloog. Fiets wordt gecheckt, ik dacht dat ik al een kerstboom had opgezet maar moest toch nog wat extra reflecterende tape plakken. Zo gezegd zo gedaan. Daarna petje en tracker halen en in de Proloog kennis maken met andere “gekkies” / fietsers. Een grote (pasta) party en waarschijnlijk het enige moment dat we elkaar echt spreken. Na wat posts over onze plannen op social media en appgroepen biedt Bobo aan ons de volgende ochtend te brengen. Heel fijn! Hierdoor kunnen we morgen net wat langer blijven liggen.
Dag 1 Amerongen – Groningen 513 km
Keurig op tijd staat Bobo voor de deur. Dat is maar goed ook want Francien vergeet haar telefoon, waardoor we net op de snelweg aangekomen weer rechtsomkeert kunnen maken. Het zegt wat over de spanning bij ons beiden, want dat is het wel: spannend. Niet een kleine onderneming die we gaan maken. Ondanks het voorval met de telefoon zijn we op tijd bij de Proloog in Amerongen. Zo kunnen er nog foto’s gemaakt worden van alle deelnemende dames als ook van de appgroep die we hebben.
Om 8 uur dan het startschot, of meer: er wordt geroepen dat er vertrokken kan worden. Ik besluit niet meteen de gaan fietsen maar eerst het hotel in Groningen dat ik op het oog heb te boeken. Wil namelijk per sé het budget hotel in Groningen boeken, want het zit én maar 300 meter van het parcours én er zit een nachtwinkel tegenover om ’s avonds nog chocomel of iets van zuivel te kunnen halen. Hotels mogen bij deze koers, zolang ze maar pas na het startschot worden geboekt. Ander voordeel dat ik dacht aan achter de meute aan te vertrekken is dat je steeds mikpunten hebt. Je mag bij deze wedstrijd niet draften, maar steeds naar iemand toe rijden en er dan overheen gaan natuurlijk wel. Al op de Amerongse Berg heb ik een groot deel al ingehaald, maar de voorste gelederen zijn weg, en tot Flevoland pik ik één voor één mensen op. Een paar hiervan helaas vanwege lekker banden. Zuur begin voor hen (Ralph / Bas 2x) en ‘knock on wood’ dat het mij niet gebeurt. Het eerste deel, provincie Utrecht en zelfs Flevoland, ken ik en met het rijden van dotje naar dotje ben ik vooral aan het koersen. Ik heb me voorgenomen door te rijden nu de benen nog fris zijn maar zeker niet in het rood te gaan. Tot Elburg is de wind mee dus schiet het erg op. Na Elburg, waar de route weer naar het zuiden leidt, komt de wind dus wel tegen. Gelukkig door de luwte van de Veluwe. Prachtig is het hier, de heide staat in bloei en de paadjes waar we overheen gaan zijn ook fantastisch, zeker in het Nationaal Park en later op de Posbank. Hier maar ik voor het eerst kennis met het fenomeen dotwatchers. Bas die eerder lek reed, haalt me met een geweldig tempo in met iemand in zijn wiel, die later ook mij gaat aanmoedigen. Dan kom ik bij een clubje dat vragend roept wat voor Capnummer ik heb en wenst me succes. Erg leuk dat mensen deze “koers” zo volgen en komen aanmoedigen. Het geeft mij een boost en voor ik het weet ben ik de Veluwe over en zit ik in de Achterhoek, waar het veel draaien en keren is. De straatjes lopen allemaal net niet echt op elkaar door, wat niet heel lekker rijdt, maar het wel mooi maakt. Van de Achterhoek naar Twente. Enschede ligt op 250 km van de start, wat ongeveer de helft is van de route van vandaag. Perfecte plek om bij de Albert Heijn To Go even eten bij te kopen en een snelle pastasalade te nuttigen. Snel naar binnen en door. Aan dotwatchen heb ik zelf niet gedaan, maar via whatsapp gossip lijk ik 3e te liggen op dit moment. Leuk, maar het zegt niets met zoveel kilometers nog voor de boeg. Zaak in elk geval om snel verder te rijden. De route loopt naar de Sallandse Heuvelrug, die er in de avond schemering prachtig bij ligt, via een ommetje naar Ommen, naar Drenthe. Daar begint het donker te worden en moeten de lampen aan. Hoe Drenthe en Zuidoost Groningen erbij liggen geen idee: Emmen waar het licht wel brandt is net zo doods als het platteland. Toch zijn er in het donker wel degelijk hoogtepunten. Bourtange is een fantastisch vesting dorpje en Nationaal Landschap Drentsche Aa is ook geweldig in het donker. Ik zie twee herten en in het donker door het bos rijden heeft ook iets magisch. Inmiddels is middernacht voorbij en maak ik extra haast om naar het hotel te komen. Ben toe aan slaap maar moet nog door Haren. Ruim na 2 uur bereik ik het hotel, maar omdat ik via een andere ingang naar binnen moet, gaar ben en niet meer heel helder denk vergeet ik de zuivel te halen bij de nachtwinkel tegenover…
Dag 2 Groningen – Hoorn 409 km
De korte nacht merk ik. Opstaan is moeilijk, maar had niet anders verwacht met slechts drie uur slaap. Was wel meteen vertrokken dus alle mogelijke nachtrust optimaal gebruikt. Verder kost het me iets te veel tijd om alle spullen bij elkaar te pakken. Krentenbollenontbijt op de fiets krijg ik ook nog niet weg, en als ik Groningen uit rijd begint het te regenen. Dit geweldige begin van de dag zorgt ervoor dat ik de eerste uren niet vooruit te branden ben. Tot voorbij Lauwersmeer is de wind ook nog tegen. Eindeloze dijken en weilanden in de grauwe bui maken dit stuk troosteloos en het blijft maar duren. Gelukkig staat Pim in Pieterburen om mij samen met een hoop andere deelnemers aan te moedigen. Hij deelt me mee dat ik een hoop plaatsen ben gezakt. Ik had niet anders verwacht maar besluit me toch bij mijn plan te houden en proberen Hoorn te halen, wat heel ver weg is en vooral ook zo voelt. Maar ik hou mezelf ook voor dat op lange ritten er altijd wel momenten zijn die minder zijn én dat de concurrentie hier ook last van moet hebben. Dat helpt en nadat ik door Nationaal Park Lauwersmeer ben gekomen, het droog is geworden, en de route een tikkeltje naar het zuiden gaat, gaat het ook met mij beter. Er zit weer muziek in de pedaalslagen. Groningen is inmiddels uitgespeeld en de Friesche schapendijken volgen. Dat betekent fietsen, afstappen, hekje open, hekje dicht en repeat. Oh en slalommen om de schapenkeutels. Het steeds afstappen is irritant maar omdat er weer wat snelheid te bekennen is doet het me weinig. Vind weilanden met beesten toch gezelliger dan zonder. Enige probleem van al deze weilanden is dat het lastig is om water te vinden. Ik raak leeg, maar geen dorpje te bekennen, laat staan een winkel die op zondag open is. Ik sta op het punt om bij iemand aan te bellen en voor water te vragen als ik in Sint Jacob Parochie twee andere deelnemers zie lunchen bij een Turkse supermarkt. Een vreemde supermarkt op deze plek, maar ben blij om even kort een praatje te maken terwijl ik mijn bidons vul. Ze vertellen dat de een in Haren in een bushokje heeft geslapen en de ander in een maisveld bij Stadskanaal. Bij de gedachte aan die slaapplekken voel ik me meteen een stuk minder slecht, terwijl ik hen lunchend achter laat rijd ik verder naar Harlingen en begin steeds meer rugwind te voelen. Opeens is Hoorn een stuk dichterbij. Tot Stavoren blijft het feest, maar het stuk naar Lemmer is weer aanpoten. Daar aangekomen is het tijd om inkopen te doen bij de plaatselijke supermarkt. Op het moment dat ik dat heb gedaan en weg wil rijden komen 2 mannen naar me toe met de vraag of ik deelneem aan RATN, het zijn vrienden van Meindert die ook deelneemt. Ik heb geen idee wie dat is, maar een kort babbeltje over deze race is leuk. Dan komt het mooiste stuk van de dag: Lemmer – Urk met de wind vol mee. Ruim boven de 40 zonder te trappen, en net voor Urk staan Bert en Mini me ook nog eens op te wachten om wat fotootjes te maken en om een klein stukje, naast me, mee te rijden. Ze geven me de laatste info over wie volgens hun waar staat in de ranking. Ik lijk 5e te liggen en dat zet me op scherp. Na Urk rijd ik alleen verder en probeer voor het donker in Amsterdam te zijn, wat nét lukt. Hier boek ik een hotel in Hoorn en hou me aan mijn plan ook al lijk ik door de meewind opeens vroeg in deze stad aan te komen. Als dat zo is kan ik altijd nog kiezen voor veel slaap of extra vroeg op. Uiteindelijk heb ik de wind die ik mee had naar het zuiden natuurlijk nu weer tegen naar het Noorden en kom ik net na middernacht in Hoorn aan waar ik kies voor 4 uur slaap.
Dag 3 Hoorn – Goes 464 km
Ik sta op en de nachtportier die me binnen heeft gelaten is verbaasd dat ik alweer ga. Last in, first out of zo? Ik heb besloten ruim voor de zon op komt te gaan fietsen, want dan heb ik het minst last van de Noordenwind naar Den Helder, en daarna het meest profijt hiervan naar het zuiden. In Hoorn draai ik de dijk op en zie meteen in de verte een lampje waarvan ik vermoed dat het een deelnemer is. Heerlijk om met een achtervolging te beginnen. Ik zie dat ik dichterbij kom en zit er meteen in. Ruim voor Enkhuizen haal ik hem in en op de dijk na Enkhuizen meteen nog iemand. Na Enkhuizen kom de zon op die prachtig over het IJsselmeer weerkaatst. Dat is een mooi begin van de dag. Spirit is meteen goed ook al is het stuk Medemblik – Den Helder wat troosteloos. Tsja, je kunt niet altijd 6 gooien. Maar ik weet ook dat ik na Den Helder vooral naar het Zuiden ga met Noordenwind dus neem het graag voor lief. Ik had gehoopt er net zoveel baat van te hebben als het stuk gisteren tussen Lemmer en Urk. Dat wordt het niet maar meewind is meewind. Lekker cruisen door de duinen. Ik besluit niet volle bak te trappen maar krachten te sparen omdat ik toch wel goed vooruit kom en ik pas net over de helft ben. De route gaat dwars door de duinen en het is genieten. Prachtig maar op een gegeven moment worden de klinkerwegen, ondanks dat ze goed zijn aangelegd, wel irritant. Binnen no-time ben ik bij het pontje naar Velzen. Die mis ik op 20 seconden. Heel zuur want 20 seconden betekent 20 minuten wachten. Bij de pont staat Julia, die voor Dotwatchers verslag doet van de race en ze neemt een interview met me af. Ik geef antwoorden terwijl ik de fiets wat olie geef en ruim mijn bagage een beetje op zodat er weer nieuwe reepjes en bollen pak klaar liggen. Dan de pont over en naar het kopje van Bloemendaal. Op de top hiervan staan Yorick Dix en Bas Rotgans, eerst genoemde rijdt een klein stukje met me mee. Leuk dat iemand die ik alleen via Strava ken dit doet, en leuk hem te ontmoeten. Geeft meteen weer wat mentale steun die drie, vier kilometer die we naast elkaar fietsen. Had natuurlijk net Julia gesproken, maar over het algemeen heb je op zulke lange ritten niemand om mee te babbelen terwijl je wel veel meemaakt. Ik had al goede zin vandaag en de opgestapelde goede zin duwt me verder de duinen door. Tot Katwijk is het heerlijk fietsen, maar rondom Den Haag wordt het druk, bellen, draaien, keren is minder. Maar dat was te verwachten rondom Den Haag / Scheveningen. In het duingebied van het Westland is het weer rustiger. Vanaf Hoek van Holland gaat de route om de havens van Rotterdam heen. Wat mij betreft het vervelendste stuk van de gehele race. Het havengebied an sich valt wel mee, maar dwars door plaatsen als Maassluis, Vlaardingen, Schiedam en per slot van rekening door de spits in Rotterdam hebben wat mij betreft niet veel met fietsen te maken. Van stoplicht naar stoplicht. Anyhow, ik heb er last van, dus alle anderen ook.
Door alle drukte vergeet ik wel boodschappen te doen, waar ik later last van ga krijgen. Rookie mistake. Na Spijkenisse kan er gelukkig weer gefietst worden. Tussen het havengebied en enkele meren ligt een dijk waar schapen grazen en een fietspad overheen gaat. Prima weg het gebied uit, en voor ik het weet keer ik ook de Maasvlakte de rug toe. Enige probleem wat ik heb is eten, dat begint schaars te worden, dus ik moet gaan tellen en in plaats van een stuk (reepje / koffiebroodje/anything) per 40 minuten naar een stuk per uur. Niet handig rondom etenstijd, maar in Rockanje vind ik niet de gehoopte winkel, en tot Vlissingen zal er ook weinig zijn. Niet slim van me, maar kan niets anders doen dan me aanpassen aan de situatie. De route gaat via Goeree-Overflakkee richting Schouwen-Duiveland. Op de Brouwersdam die deze eilanden met elkaar verbindt gaat de zon onder. Prachtig, en wat een timing. Zo heb ik vandaag de zon zien opkomen in het IJsselmeer en onder zien gaan in de Noordzee. Dat zijn de dingen die dit allemaal zo machtig mooi maken. Nadat de zon onder is rest me een winderige rit door Zeeland. Van Schouwen-Duiveland zie ik niet veel. Neeltje Jans wel, die is verlicht door bouwlampen want er wordt hier gewerkt aan de weg. Op Walcheren volgt een donkere route, in het begin langs leuke dijkpaadjes en dorpjes als Domburg en Westkappelle, maar na Vlissingen langs havens en stinkende industrie. Dat is het moment dat ik naar mijn bedje begin te verlangen want echt genieten is het niet meer. Weinig eten en oninspirerend uitzicht, dan is een uurtje extra fietsen toch wel lang. Maar de nachtportier bij Van Der Valk in Goes maakt bij aankomst alles goed. Deze dame is onder de indruk van waar ik mee bezig ben en ontpopt zich tot soigneur. Ondanks dat de bar gesloten is regelt ze twee chocomel én ze smeert broodjes voor me nadat ik een beetje bedenkelijk naar de snickers automaat kijk. Zo kan ik met een gevulde maag het bed in om toch drie uurtjes te pakken.
Dag 4 Goes – Amerongen 537 km
Kort doch heerlijk geslapen en om 5 uur ben ik er klaar voor. Mijn plan is om vandaag te finishen. Als ik dan een nacht doorhaal is het de laatste. De nachtportier hoort me door de gang aankomen, maakt meteen de hekken open zodat ik meteen op pad kan en geen tijd hoef te verliezen. Te gek. Punt is wel dat ik nog steeds niet veel eten heb en dat pas om 8 uur de winkels open gaan. Hier had ik bij het tellen van mijn eten al rekening mee gehouden maar het is schraal. Ik besluit niet te hard te fietsen, rustig peddelen is ook vooruitgang boeken en kan de energie beter sparen tot ik ontbeten heb. Zeeland uit gaat via een oninspirerende N-weg. Ik trek er rustig voorbij en staar wat voor me uit. Moet er nog even inkomen, maar geef mezelf de tijd hiervoor. Toch geen verkeer dat last van me heeft. Het bordje “Welkom in Brabant” volgt en het landschap verander meteen. Komt vooral omdat Hoogerheide, het eerste dorpje dat ik passeer, wat hoger lig en het water om me heen verdwijnt. Wat mij betreft een stuk inspirerender. Ik ben helaas nog te vroeg in Hoogerheide voor het ontbijt en moet nog even door. Gelukkig is er de Coop in Wenhout. Ik doe daar boodschappen die me min of meer tot het einde moeten brengen: ontbijt om direct te nuttigen, stroopwafels, harde broodjes, kaas-uienbollen en reepjes. Buiten aan een statafel eet ik het ontbijt en bij het drinken van het gekochte sapje slaat het op mijn maag. Moet meteen kakken. Dat mag gelukkig van de vriendelijke kassière. Bij het voortzetten van mijn ontbijt raak ik met haar aan de praat over de race en zeg dat als ze andere fietsers ziet, ze maar de groeten moet doen van Cap 103. Via Instagram hoor ik later dat de groeten zijn over gekomen bij Bart Verheijen. Erg grappig. Anyhow: ontbeten en gas op de lolly want ik wil finishen vandaag. Het ontbijt doet me goed en ben meteen scherp. Rondom Chaam kom ik een hoop tourfietsers tegen. Oude mannetjes op een racefiets, leuk om te groeten, en je merkt dat er veel gefietst wordt in West Brabant. Ook haal ik hier een concurrent in die opgebrand lijkt. Allemaal details die goed zijn voor de moraal en zo vlieg ik Brabant door. Veel ken ik van Randje Brabant, zoals ik veel stukken van deze race ken van al mijn provinciegrensritjes, maar ik blijf de Kempen mooi vinden. Voor mijn gevoel is Brabant wel de provincie die ik het snelste heb doorkruist deze race. Dan kom ik in Limburg, de provincie waar ik vandaan kom, en vanaf hier is alles bekend terrein. Het eerste deel van Weert naar en langs het Julianakanaal is suf, maar schiet heerlijk op. Ik zit er lekker in en verheug me op Zuid-Limburg, dat ik voor het donker gedaan wil hebben. Vanaf Elsloo begint het klimmen langzaamaan en na Meerssen bij Valkenburg begint het feest. Te beginnen met de Cauberg waar zowel een dotwatcher foto’s van me maakt als Geert en Mirthe die me staan toe te juichen. Wat lekker, want wat deed die Cauberg pijn. Na vier dagen fietsen is het klimmen niet meer echt leuk, in de zin dat het pijn doet, maar ik blijf de streek zo leuk vinden. Het is balanceren tussen genieten van de omgeving en pijn in de bovenbenen. Gelukkig ken ik alles op mijn duimpje en weet ik hoe ik de klimmen moet indelen. Toch leuk om in deze omstandigheden alsnog een enkele wielrenner in te halen. Het lukt me om alle Zuid Limburgse klimmen (Cauberg / Keutenberg / Gulpenerberg vanaf Partij / Camerig / Wolfhaag / Vaalserberg en nog een paar) voor het donker te hebben gedaan. In Heerlen schemert het, en vanaf daar is het nog tweehonderd kilometer naar Amerongen. Ik win iets van informatie in over waar ik lig in de race en heb de illusie dat ik 4e lig maar dat nummer 5 me nadert. Daarom besluit ik vanaf hier gas te geven. Top 10 was het doel, top drie is in mijn gedachte nooit aan bod geweest. Ik ga racen om plek 4 te behouden en zie wel wat er gebeurt. Het is allemaal bekend terrein, waardoor ik redelijk door kan rijden. Ik heb het gevoel dat ik vlieg met 28 km per uur, onder normale omstandigheden zou ik dat niets vinden, maar nu gaat het snel. Ik denk in steden om de 200 km op te snijden: Sittard – Roermond – Venlo – Well (geen stad maar brug) – Mook (geen stad maar klim) en Nijmegen. Zo rij ik van mikpunt naar mikpunt met de gedachte dat er iemand achter me aan zit. In Blerick staat mijn vader langs de kant van de weg. Hij staat er om me aan te moedigen maar niet wetende dat ik aan het “racen” ben en vooral niet wetende dat ik geen hulp mag aannemen van bekenden wil hij me koffie aanbieden. Super lief, maar ik ga door, want kan het niet aannemen én zit in een andere mindset. Zie hem dus alleen maar in een flits en begin me wel een beetje lullig te voelen dat ik niet even 30 seconden hallo heb gezegd. Hij stond daar immers na middernacht op me te wachten. Ik besluit het later uit te leggen en door te gaan. De dorpjes passeren en ookal is het een tijdsbestek van meer dan 5 uur, voor mijn gevoel vlieg ik naar huis. Na Nijmegen weet ik niet precies hoe de route loopt, maar ook het stuk langs de waaldijk passeer ik. Nog steeds in de veronderstelling dat als ik niet stop ik 4e word. Via Ochten en Kesteren kom ik in Rhenen en de haven is in zicht. In Elst komen Bert, Eltjo en Bobo me tegemoet als ontvangstcomité. Die vertellen dat er helemaal niemand achter me aan zit én ik de nummer 3 in Sittard ben gepasseerd. Ik reed dus naar plek 3. Fantastisch! Bij de Proloog, waar het om 5 uur ’s nachts verder uitgestorven is bevestigd Michel, de organisator dit, en drink ik een Leffe.
Een zwaar rondje maar erg mooi!